Een paardenlichaam bestaat voor 65% uit water. Water reguleert onder andere de spijsvertering en thermoregulatie.
Als algemene regel geldt, een paard in rust heeft minimaal 30-35 ml water per kg lichaamsgewicht nodig om de waterbalans op peil te houden. Dat betekent ongeveer 18 tot 21 liter voor een paard van 600 kg. Bij hoge temperaturen kan het oplopen tot 50 Liter.
Temperaturen boven de 29 graden Celsius verhogen de frequentie en het volume van de wateropname. Temperaturen onder de 7 graden Celsius kunnen de wateropname verminderen.
Het is belangrijk dat paarden altijd toegang hebben tot vers water.
Bij weidegang drinkt een paard minder want het gras bestaat uit 84% uit water. Maar bij hoge temperaturen verdampt dit vocht en droogt het gras uit.
Wanneer een paard hooi tot zijn beschikking heeft verhoogd de behoefte aan water. Dit om de opnamecapaciteit van de dikke darm te vergroten en om het vochtpeil op hoogte te houden. Tijdens het afbreken van eiwitten komt ook een kleine hoeveelheid water vrij.
Wanneer een paard extreem veel drinkt kan het duiden op een ziekte zoals bijvoorbeeld Cushing of insuline resistentie. Te weinig drinken vergroot het risico op uitdroging. Dit kun je zien bij verminderde elasticiteit van de huid, andere kleur tandvlees of een verhoogde hartslag. Bij twijfel raadpleeg de dierenarts.
0 reacties